Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zij vreesden den HEERE, en [57]dienden [ook] hun goden, naar de wijze der volken, [58]van dewelke zij die weggevoerd hadden. 57. Te weten, elk zijn afgod, naar de wijze zijns lands, waaruit ieder aldaar van de Assyriers gebracht was. 58. Hebreeuws, van waar.